Het aantal leerlingen werd steeds groter. Maar de Griekse gelovigen begonnen te mopperen tegen de Joodse gelovigen. Ze zeiden dat er voor de Griekse weduwen in de gemeente minder goed werd gezorgd bij de maaltijden dan voor de Joodse weduwen.
Toen er steeds meer mensen bijkwamen die in Jezus geloofden, ontstond er op een gegeven ogenblik ontevredenheid bij de Griekssprekende gelovigen. Zij klaagden dat de Hebreeuwssprekenden het dagelijks voedsel niet eerlijk verdeelden. De weduwen uit hun groep kregen minder dan de anderen.